  |
Religie,
kunst en magie
Een drietal waarvan de samenhang onontkoombaar is.
Op de avond waarop ik wilde beginnen, liep ik nog wat heen en weer
in de tuin om mijn gedachten te ordenen en te bedenken hoe ik dit
aan u zou kunnen duidelijk maken.
Door het heen en weer lopen in de frisse avondlucht gaat er iets
open, en krijgt er een andere dimensie in ons zijn kans.
Dat gebeurde ook nu.
Er hing een grote, volle maan aan de hemel. Daaromheen dreven wonderlijke
wolkenformaties die heel vloeiend allerlei vormen aannamen. Fascinerend
om naar te kijken.
Opeens trad er als het ware een kleine, maar zeer donkere vorm pal
voor de grote stralend bol en in een mum van tijd had het een vorm
aangenomen, heel duidelijk. Het leek sprekend op een van die springende
stierfiguren die men aantreft in de Grot van Lascaux in Montignac
in de Dordogne. Het duurde misschien niet langer dan een minuut,
maar het was betoverend. Het opende mij de weg naar het verhaal
waar we het vanmiddag over willen hebben.
Wat deden die mensen in die grotten? Ruimten waar je in de meeste
gevallen slechts moeizaam kon binnendringen. Waar het aardedonker
was. Maar, waar je wel beschutting kon vinden : tegen koude maar
ook tegen verscheurende dieren, tegen noodweer en tegen het vuur
dat uit de hemel kwam vallen. Het was een plaats die vergelijkbaar
was met de moederschoot. Daar was je veilig. Een van de oudste tekens
van de mens is dan ook het driehoekige teken van de vulva. De vulva
betekende leven. Leven is Heilig. De primitieve mens zocht, net
als de mens van onze dagen, naar middelen om uitdrukking te geven
aan hetgeen hem ten diepste bezighield en bewoog. Hij wilde grip
krijgen op de wereld die hem omringde. Hij plaatste er zijn Teken
opdat het hem machtiger zou maken, opdat hij door dit Teken in verbinding
zou komen met een veel en veel Grotere Kracht dan hij zelf was,
hopende dat de kracht van het Teken voor hem zou werken.
Dit kun je een magische handeling noemen maar ook een religieuze.
Als wij onder een koopcontract onze naam zetten dan is de aankoop
een feit. Met het zetten van dit speciale teken kunnen wij ons toe-eigenen
wat we hebben willen. Een symbolische handeling,zeker maar eigenlijk
een magische handeling.
Gaan we terug naar onze grot, waar de kunstenaar, want dat was hij,
bij het flakkerende licht van een primitieve toorts Tekens aanbracht
op de rots, diep in de buik van de aarde.
Zijn middelen waren gering : kleuren die hij zo om zich heen gevonden
had : het oker van het gesteente, het zwart van het verkoolde hout,
het rood van het ijzer dat tevoorschijn kwam als het water uit de
rots naar beneden droop en het wit van het krijt.
Maar de beelden die hij opriep met deze middelen waren vol macht.
Door ze daar neer te zetten in al hun kracht kreeg de mens heerschappij
over datgene dat hij daar geschapen had.
Dat wat hij hebben wilde, dat wat onmisbaar was voor het voortbestaan
van de hele groep, dat had hij neergeschreven Met zijn hele ziel
GETEKEND.( Kunt u hier even tekenen ?)
De macht die hij ontleende aan dit teken verbond hem met een Hogere
Macht.
Nu zult u zeggen : dat is wel heel lang geleden. Zo zal het wel
niet meer werken. Maar het werkt nog steeds.
Voordat de fotografie was uitgevonden was de mens al even beweeglijk
van geest als tegenwoordig. Hebben we nu een democratie ( macht
van ons allen over ons allen??!!!) Enkele eeuwen geleden berustte
die macht nog bij de heerser. Koning, keizer, tsaar en ga zo maar
door. Hij was van Godswege daar geplaatst en iedereen leefde onder
zijn heerschappij. U allen zult wel die schilderijtjes kennen met
het Grote Oog en “God ziet mij “er op. Een zeer magisch
religieus teken. Wat deed nu de vorst? Ook hij wilde overal aanwezig
zijn. Zijn teken moest zijn in ieders hand en het moest van waarde
zijn.
De vorst plaatste zijn beeltenis op het geld. Het machtsmiddel bij
uitstek.
Maar ook moest zijn portret aanwezig zijn overal waar mensen bij
elkaar kwamen om in zijn naam te heersen over andere mensen. En
tot heden ten dage hangt er altijd een afbeelding van de vorst op
die plaats waar de macht een feitelijk karakter aanneemt.
De kunstvorm van het Portretschilderen is hiermee ten diepste verbonden.
We hebben nu aandachtig gekeken naar enkele magisch-religieuze handelingen.
Laten we nu eens onderzoeken hoe het staat met de verbinding van
kunst en het religieuze.
Ordening is kunst. Maar kunst is zeker niet alleen ordening.Ieder
waarachtig kunstwerk overschrijdt in hoge mate het punt van ordening.
Grote kunst wordt uit een andere dimensie geboren. Dit scheppingsproces
is echter zeer moeilijk onder woorden te brengen. Het lijkt of er
een andersoortige ruimte ontstaat in de kunstenaar. Het bewustzijn
komt op een ander niveau. Zijn energieveld, zijn “golflengte”wordt
tijdelijk anders. Hierdoor krijgt hij toegang tot een “andere
wereld”, een ander energieveld. De wereld van de verbeelding.
Er zijn tegenwoordig grote geleerden die er van uitgaan dat wij,
en alles wat er om ons heen is, samen een groot energieveld vormen
en dat in dit energieveld ALLES aanwezig is. Alles wat is en wat
was en wat komen zal. In grote scheppingsmomenten zou de kunstenaar
, door zijn veranderde “golflengte”toegang kunnen hebben
tot de IDEE, de software dus, van het kunstwerk, dat al zou bestaan
vanaf den beginne, nu en altijd.
Rudolf Steiner schreef over de Akasha-kroniek. Hij bedoelde dit.
Kunt het nog volgen?
Deze geleerden zien HET GROTE ENERGIEVELD als God.
Bezig zijn met het creëren van een kunstwerk is dus een ongelooflijk
diepe relatie aangaan met het Goddelijke.
En dat wist men al in heel oude tijden, waar diepe en verborgen
kennis aanwezig was.
We gaan opnieuw terug in de geschiedenis. We gaan naar het oude
Egypte.
De meesten van u hebben natuurlijk op de een of andere wijze kennis
gemaakt met de indrukwekkende cultuur van het oude Egypte.
Wat magie, religie en kunst betreft, de eerste twee lopen hier heel
vloeiend in elkaar over. Men wilde immers op magische wijze de dode
doen herleven. De koning moest opstaan uit de dood en zijn lichaam
- zijn voor deze mensen goddelijke lichaam – moest veilig
zijn en behouden worden . Het werd omgeven door alles wat hij nodig
zou kunnen hebben. De eeuwigheid werd als het ware omarmd en binnengehaald
in de eigen tijd. En dan komt de bouwmeester en hij legt een tekening
voor. Een tekening van een schepping die eeuwig zal blijven bestaan.
En die naar de hemel wijst.
De piramiden bestaan nog steeds. Het licht van de bouwmeester van
toen is nog niet gedoofd. De koning echter… zijn graf is leeggeroofd.
Zijn lichaam zoekgeraakt.
En toch, de goddelijke huiver en de liefde gekoppeld aan het Groot
Mysterie, bestaan nog steeds. Toen de engelse archeoloog Howard
Carter rond 1936 besloot om de mummie van Toetanchamon naar Cairo
te laten brengen, stonden er langs de hele vaarroute aan de oevers
van de Nijl duizenden en nog eens duizenden mensen die in doodse
stilte hun eerbied kwamen betuigen aan de koning…….,
nee, niet aan de koning , maar aan de IDEE van God , die leefde
in het lichaam van de koning.
Wie de adembenemende schat van Toet Ank Amon met grote aandacht
heeft bekeken is diepgeraakt. Van het dodenmasker tot een eenvoudig
rustbed, alles ademt schoonheid. Ik geloof stellig dat hier op grote
schaal het wonder van het eerder beschreven scheppingsgebeuren heeft
plaats gevonden.
In wezen gaat het hier om dezelfde gedachte als bij de grotschilderingen,
de kunstzinnige uitbeelding als werktuig. Dit alles uitgaande van
een vast geloof in de krachten van het Bovenzinnelijke.
Het magische?
Wat is nu eigenlijk magie?
In de Grote Winkler Prins vond ik het volgende.
“Magie is het geloof dat bepaalde, min of meer nauwkeurig
omschreven handelingen, die al dan niet begeleid worden door spreuken
automatisch (met hulp van bovennatuurlijke, doorgaans niet gekende
krachten) tot een gewenst gevolg zullen leiden.
Magie heeft met wetenschap gemeen, het element van toepassing, van
middel, dat onveranderd tot het gewenste doel leidt. Het heeft met
religie gemeen dat het gebruik maakt van krachten die zich aan de
normale zintuiglijke waarneming onttrekken.
In de praktijk is de grens tussen religie en magie niet altijd gemakkelijk
te trekken. Er zijn antropologen die de zin van een onderscheiding
betwijfelen.”
Tot zover de Winkler prins
In Georgië, waar nog een sterk gevoel van saamhorigheid bestaat
met de overledenen zag ik op een immens kerkhof ,tussen de heuvels,
waar de jammerklachten van een weduwe ons bloed deden stollen,hoe
men hier, net als in Egypte, de doden allerlei dingen had meegegeven.
Er waren mooie, versierde huisjes gebouwd. Er was bijv. een kinder
– “mausoleum “waar met ongelooflijke liefdevolle
aandacht het kinderleven was meegegeven naar het hiernamaals : het
bedje met de mooiste dekentjes, op de stoel ernaast de keurig opgevouwen
kleding. De schoolbank met de boekjes en het schooletui. Het lievelingsspeelgoed.
Het eigen eetgerij….. enz. Naast ieder graf stond bovendien
een tafel met banken waaraan men, minstens eenmaal per jaar met
de familie de maaltijd gebruikte. Het oeroude ritueel om de twee
werelden met elkaar te verbinden, wat tot onze grote schande verworden
is tot een kop machinekoffie en een stuk fabriekscake. Het Georgische
volk, ondanks een miserabele economische situatie, stelt er een
eer in om mooi en goed verzorgd naar buiten te komen. Alle kunstvormen
zijn kwalitatief heel hoog.
Zou ook hier sprake kunnen zijn van een stuwkracht van het religieus/magische
?
Omgekeerd zie je bij de grote Griekse treurspelen juist, hoe zij
een grote invloed uitoefenen op het maatschappelijke denken en het
gedrag van het volk.
We kunnen dit, vrees ik, doortrekken naar het geweld in onze samenleving
dat ons wordt aangeboden in onze “treurspelen” waar
ieder dag door een immense menigte naar wordt gekeken.
Maar de mens heeft nu eenmaal behoefte aan spelen en ook aan treurspelen.
Ieder jaar nog kunnen we genieten, in de passie tijd, van de onsterfelijke
muziek van Mr. Bach. De grote Johann Sebastiaan stond echter in
een lange traditie. Hij was degene die een eeuwenoude traditie naar
zijn hoogtepunt voerde.
Waar ging het verhaal van Jezus nu eigenlijk over?
Wat een vraag zult u zeggen, maar ik verzeker u dat, zelf in ons
land, miljoenen mensen dit echt niet weten. In onze tijd echter
kan iedereen een boek nemen of de computer. En we kunnen alle verhalen
nalezen die we maar willen.
Deze mogelijkheden bestaan echter, relatief gezien, nog maar heel
kort in de geschiedenis van de mensheid. Lezen was een kunst, een
kunde, voorbehouden aan een kleine elite. Zelfs grote vorsten verstonden
soms niet de kunst van het lezen en schrijven. Zij hadden daar uiteraard
hun mensen voor. De gewone mens daarentegen had zijn orale traditie.
Zijn verhalen. In het nabije oosten kan men de verhalenvertellers
nog aan het werk zien. En de meesten van ons hebben nog wel horen
vertellen hoe vroeger, in de koude winters, de mensen elkaar opzochten
en verhalen vertelden gezeten rond het vuur. Terwijl de vrouwen
draaiden aan het spinnewiel. Zo werden de nieuwtjes doorgegeven
en de sprookjes.
Met het grote verhaal van Jezus echter ging het anders. Dat kwam
tot leven in de kerk. Geschilderd op de muur, later gloeiend in
prachtige kleuren in de ramen.
Maar het werd ook uitgebeeld.
Neem nou palmzondag. Een prachtverhaal om uit te beelden. De mensen
leggen hun mantels op de stenen vloer van hun kerk en Jezus komt
binnen , gezeten op een ezel en allemaal roepen ze Hosanna!!!
Hosanna!!!
Soms was er geen ezel beschikbaar, of vonden ze het gewoon mooier
om Jezus met (houten) ezel en al de kerk binnen te rollen. En langzamerhand
werd het geschreeuw van Hosanna gecultiveerd. In groepen bijv. In
stemgroepen, en in de maat.
Zo ging het ook met het verhaal van het Lijden van Jezus, de Passie.
Er was een evangelist die alles vertelde en verder waren er allerlei
rollen die gespeeld moesten worden. Wie mag er dit jaar voor Christus
spelen, en wie wordt Maria. Wie was er zo devoot of wie had er zo
fantastisch genetwerkt.
Diegene die begon om orde te scheppen in het hosannageroep bracht
de kunst in de kerk. Want we hebben al gezien : alle kunst is ordening.
Zingen is eigenlijk veredeld roepen en de melodieën wonen in
de mensen. Net zoals de vogel een lied in zich heeft, heeft de mens
melodie en maat. Ze liggen vaak diep verscholen en zijn soms alleen
van buitenaf toegankelijk. Ze kunnen tot leven gewekt worden. Wakker
gekust om zo te zeggen. Hoewel….met al die decibellen van
tegenwoordig……????
Maar de passiemuziek was geboren. Langzamerhand begon de zang het
spel te vervangen. Hoge prelaten en vorsten lieten mensen met kunde
en melodieën voor zich werken. Er werden methoden ontwikkeld
om dat wat gevonden was vast te leggen. Waarbij we toch moeten aantekenen
dat eeuwen en eeuwen lang, de zang werd ingestudeerd door het na
zingen van de voorzanger.
Ook hier een orale traditie.
Het Gregoriaans zou hierin langzamerhand verandering brengen.
De rituelen begonnen te veranderen van karakter. In de kloosters
ontstond een prachtige cultuur van gezongen aanbidding. En iemand
die ooit heeft deelgenomen aan het avond- of dageraads gebed in
een klooster, zal kunnen beamen dat er een magische kracht uitgaat
van de reizende en dalende stemmen bij het flakkerende licht van
de kaarsen.Terwijl de oeroude teksten gezongen worden.
Toch is het passiespel zelf nooit helemaal verloren gegaan. In Tegelen
en in York, en in Zwitserland meen ik zijn nog altijd groepen actief.
Er zijn dus nog steeds mensen die deze oude, piëtistische manier
van geloofsoverdracht met hart en ziel zijn toegedaan.
En wat dacht u van “The passion of the Christ”? De film
die nog maar kort geleden zoveel ophef baarde.
Met deze film zijn we eigenlijk weer terug bij af.
Gelezen wordt het Grote Verhaal niet meer, nee, het moet beleefd
worden. Mee-beleefd.
En de magie van de filmische beelden samen met de muziek voert de
mensen dan weer terug naar de kern van onze religie : het lijden
van Jezus Christus. En via dit Grote lijden komt de mens zijn eigen
donkere kant tegen.
Of je dus gelooft of niet, aangegrepen wordt je tot in het diepst
van je ziel.
Er voeren veel wegen naar Rome. Maar er zijn ook wegen die ons juist
weg voeren van deze religieuze Krachtcentrale.
De weg van de Reformatie, bijv. de weg van de zuivering. De weg
van de soberheid. Weg met de beelden in de kerk! Sla ze kapot! Haal
er de witkwast overheen! Weg met het Latijn. Weg met die hele bazaar
die niets te maken heeft met de heilsweg die God met ons wil gaan.
Alles wordt sober, de kleding zwart. De mens is er alleen nog omwille
van het ora et labora.
Maar dan komt er een prachtige , schitterende ster aan het firmament,
want muziek mag!!!!
Johann Sebastiaan Bach komt op aarde. En meneer Bach heeft toegang
tot alle melodieën. Hij is een diepgelovig mens, met een lastig
en eigenzinnig karakter. Geen gesjoemel met de kunst. Geen gesjoemel
met het leven. Hij heeft zijn beide vrouwen bemind en is rijk gezegend
met nageslacht. Hij kon de meest tedere muziek schrijven en ook
de meest majestueuze. Hij schreef honderden cantates, prachtige
missen en schitterende muziek voor het instrument bij uitstek van
de Reformatie, het orgel, maaaar….. hij is per definitie ook
de meester van de Passiemuziek.
Zijn Passiemuziek was en is een Teken in de tijd. Een Teken waaraan
men zich vast kan klampen. Waarin alles ligt opgesloten. De vraag
om hulp. “Zusters help mij klagen? Erbarm u over mij? Laat
toch de engelen mij aan het einde dragen…Maar ook : het verraad
en de loochening en die allerlaatste snik van Jezus in zijn totale
verlatenheid. Wij herkennen dit alles. Het werkt in ons, ook in
deze dagen van Gods ontkenning. De muziek heeft zijn eigen vermogens.
De werking van de muziek in onze ziel is en blijft een geheim. Ik
durf hierbij nauwelijks het woord MAGIE in de mond te nemen. Het
Groot Mysterie is oneindig veel groter dan onze verbeeldingswereld
reiken kan.
Laat ons dus eenvoudig weg Gods lof verkondigen, samen met alle
andere mensen op aarde! Zoals het gebeurt in het openingskoor van
de Johannes Passion en ons overgeven aan dat wat groter en ontzagwekkender
is dan wij.
En hiermee ben ik bijna aan het einde gekomen van mijn relaas.Ik
zeg bijna, want het zou absoluut onvolledig zijn als we de taal
buiten deze beschouwing zouden laten. HET WOORD waarmee immers alles
zijn aanvang heeft genomen.
Dat het Woord an sich ongekende magische kracht heeft staat immers
buiten elke twijfel. Ik wil u dan ook iets heel anders voorstellen.
Een klein experiment om, met aandacht uitgevoerd, hier en nu vast
te stellen wat voor een uitwerking woorden op onze gemoedstoestand
kunnen hebben.
Ik wil u een klein stukje poëzie voordragen, maar wel van een
groot dichter. Mogelijk is er ook voor u eventjes de betovering
van een andere, een voorbije wereld.
Sluit uw ogen, zet uw voeten naast elkaar op de grond en leg uw
beide handen rustig neer.
Geef u nu volkomen over aan de tekst en open pas weer uw ogen
als ik het zeg.
U gaat u volkomen overgeven aan de tekst en opent pas weer de
ogen als ik het u vraag.
|
|
Ieder schilderij staat bloot aan vervuiling.
Overal zijn zwervende stofdeeltjes in de lucht die zich graag ergens
op vasthechten.
Een schilderij met een” geschiedenis” heeft het soms zwaar
te verduren gehad : roet, rook, nicotinedampen, keukenvet, insectenuitwerpselen,
vet, kaarsvet en ga zo maar door.
Het gewone stof... >>

|